21 mei 2017

Calera y Chozas – Pelayos de la Presa
Omdat het hotel hierin niet voorziet maken we zelf een ontbijt op onze kamer. Als de tassen zijn ingepakt en we klaar zijn voor vertrek drinken we beneden aan de bar nog een kop koffie en doneren veertig euro voor de genoten gastvrijheid. We krijgen van de baas een sleutelbos mee om onze fietsen uit de garage te halen. Hij geeft aan om welke sleutel het gaat. We krijgen de deur niet open, zoeken naar een passend exemplaar, openen de deur en zien tot onze schrik geen fietsen staan. Bij de volgende vrijwel identieke garagedeur hebben we meer succes en staan de stalen rossen met smart op ons te wachten.

Het is vandaag bewolkt en er staat een stevige wind die we zoals gewoonlijk tegen hebben. Het sterft van de dooie beestjes die her en der op de weg liggen. In korte tijd zien we o.a. een konijn, een duif, een vos, een slang, een mus en zelfs een haasje was het haasje. De stijgingspercentages liegen er vandaag weer niet om, wij constateren vaak wat anders dan wat er in het routeboekje staat. Wim sluit zelfs niet uit dat we wel eens een misdruk in onze handen kunnen hebben! 

Na een pittige klim komen we aan in het plaatsje El Real de San Vincente. Op de Plaza Major is het een drukte van belang. Het blijkt dat de plaatselijke bevolking is uitgenodigd voor een hapje en een drankje in verband met de heropening van het buro de Turisimo. Ook wij worden uitgenodigd om mede het glas te heffen op een mooie toekomst voor de streek als toeristische trekpleister. Als echte Vaders maken we meteen van de gelegenheid gebruik en vragen om een stempel in ons pelgrimspaspoort. Hoewel het buro officieel gesloten is doet een aardige meneer veel moeite voor ons om dit voor elkaar te krijgen. Hulde en klompjes voor deze man! 

Rond etenstijd komen we langs een mooie uitspanning. Buiten op het terras zitten veertien feestelijk uitgedoste Spanjaarden aan een mooi gedekte tafel waar al een aantal heerlijke gerechten opstaan. Dat belooft wat! Helaas, als we kenbaar maken dat we graag een hapje willen eten blijkt dat niet te kunnen want de capaciteit van de keuken wordt volledig benut voor de feestgangers. We drinken een colaatje met een gratis tapas en taaien af op zoek naar een ander restaurantje. Hiervoor moeten we in het volgende dorp zijn en afzakken naar het centrum want aan de doorgaande weg is niets. Er kan gegeten worden en gezamenlijk met de gastvrouw bestuderen we de menukaart. Sepia is dat pescado cq. vis? We krijgen een bevestigend antwoord. Iets hoger op de kaart staat Bacalhau met nog een omschrijving ervoor. In het Portugees wordt het iets anders geschreven maar het is kabeljauw. Joost gaat voor de Sepia en Wim voor de Kabeljauw. Voor de broodnodige vitaminen bestellen we er een mixta salade bij. Eerst komt er een grote schaal met salade op tafel, weldra gevolgd door een mooi opgemaakt bord met de Sepia voor Joost. Er komt ook nog een klein frituurmandje op tafel met daarin tien kleine kunstig gevouwen tasjes van filodeeg. Wat leuk dat we nog van die kleine hapjes erbij krijgen! We proeven van de lekkere origami/tasjes en Joost laat de Sepia niet koud worden en begint alvast, de Kabeljauw zal zo wel komen. Uit de keuken komen heerlijke geuren en bak- en braad geluiden. Diverse gerechten worden geserveerd op de tafels van andere gasten. Wim zijn geduld wordt aardig op de proef gesteld en hij doodt de wachttijd met het eten van salade en stokbrood. Als Joost is uitgegeten komt de gastvrouw en wil alles afruimen. We protesteren en maken duidelijk dat Wim nog geen Bacalhau heeft gehad. De gastvrouw lacht ons vriendelijk toe en wijst op het lege frituurmandje. Bacalhau! Om de gaatjes te vullen bestellen we nog een toetje en een kopje koffie na. Als pleister op de wond krijgen we er van de zaak een likeurtje bij.

Als we aan het eind van de dag, toch wel enigszins versleten, bij de camping aan komen blijkt het echt een gribuszooi te zijn. Een bezoekje aan het toilet heeft een en ander wel duidelijk gemaakt, hier gaan we dus niet overnachten. We nemen wel een hotelletje maar dat is vlugger gezegd dan gevonden. Drie kwartier later staan we nog steeds met lege handen. Er is gewoon niets! Net als we besloten hebben om dan toch maar te gaan kamperen komen we langs een benzinestation van Repsol. Als een godsgeschenk blijkt er boven de shop een klein onbemand hotelletje te zijn. Via de pompbediende checken we in en krijgen een schone kamer waar onder de bedden de stofwolkjes zelfs wit zijn!

Dit bericht is geplaatst in Spanje 2017. Bookmark de permalink.

Eén reactie op 21 mei 2017

  1. Dirk en Carla schreef:

    Ha Wim en Joost,

    Het is wederom zeer vermakelijk om jullie reisverslag te lezen.
    Prachtig al die verhalen! Al die modderige paden, wind tegen, veel en lekker eten, kou, ellende, zon en regen. En dan ook nog een kapot hamertje van een Belg. Ja dat doet je wat. Maar zolang jezelf de hamer nog niet tegen bent gekomen is alles nog leuk en kan je straks weer terugzien op een fantastische ervaring. Ga zo door!
    Hartelijke groet uit een zon overgoten Haamstede.
    Dirk en Carla

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *