Nijkerk – Utrecht – Praag – Sadská – Praag – Ceske Velenice

Als je deze titel leest zul je wel denken “de vaders sporen niet”. De vaders sporen echt wel want ze hebben vrijwel alles per trein afgelegd! Om deze 21e mei op tijd voor de nachttrein van 19.28 uur in Utrecht te zijn, vertrekken de broers om 18.00 uur uit Nijkerk. Ze treffen het! Voor de afwisseling regent het weer eens, Nederland staat in de file en Wim en Joost dus ook. Traag vermindert de afstand op Tom- Tom, daartegenover lijken de horloge’s wel op hol geslagen net als de hartslag. Tergend langzaam schuiven ze voort door Utrecht.

Enkele minuten voor vertrektijd zijn Wim en Joost bij de ingang van het station en hollen zo goed en zo kwaad als dat gaat met elk zes stuks bagage. Volledig uitgewoond komen ze aan op perron 14, de trein staat er nog. Ze rukken de eerste de beste deur open en gooien de bagage naar binnen. De deur sluit, het fluitje klinkt en de trein vertrekt. Wim en Joost zijn uitgeput en gestresst, maar blij dat ze binnen zijn!

Om in de gereserveerde couchette te komen, moet de bagage door zeven treinstellen versleept worden. Hier wacht de volgende verassing: ze hebben vannacht vier logé’s, twee Duitse jongens en een Nederlands koppel. Wim en Joost stouwen hun bagage, met behulp van de aanwezige mensen, zo goed en zo kwaad als het gaat, in de beperkte ruimte, wissen het zweet van het voorhoofd en vragen of het raam een eindje open mag. Al snel wordt de vraag gesteld wat ze met zoveel bagage moeten en besmuikt doen ze hun verhaal.

Wim en Joost tuigen op tijd en in overleg de bedden op en hopen op een ongestoorde nachtrust. Het blijkt dat ze dat wel kunnen vergeten als ze horen dat de ene Duitser er in Berlijn uit moet en de andere niet verder meereist dan Dresden. Rond elf uur ligt iedereen gestrekt en kan het zagen beginnen!

Om vier uur wordt het zaagwerk stilgelegd door de conducteur die de nodige moeite moet doen om de Berliner uit de droom te helpen. Het ritueel herhaalt zich om half zeven als de man uit Dresden aan de beurt is. Wim en Joost wachten netjes totdat ook hun onderliggers opstaan zodat ze van de bedden weer banken kunnen maken. Als ontbijt eten ze meegenomen bruine boterhammen en pellen een hardgekookt eitje. Koffie halen ze bij de pantry, á raison €3,00 per beker. De Nederlandse reisgenote vond dat ze dat maar niet om moesten rekenen naar guldens. Ze heeft gelijk, want het wordt er toch niet goedkoper door.

De broers hebben leuke gesprekken met hun medereizigers die voor een korte vakantie naar Praag gaan. De mevrouw vertelt dat ze tien jaar geleden voor haar studie stage gelopen had in een animatiestudio in Praag. Wim dacht, als fan zijnde, onmiddellijk aan Buurman & Buurman en waarachtig, het was nog waar ook! Uitvoerig en tot in detail wordt uit de doeken gedaan hoe de poppetjes en de filmpjes gemaakt werden en hoe minutieus men te werk ging. Ze genieten enorm van dit kijkje in de Buurman & Buurman-keuken.

Als bewijs dat ze echte fans zijn tonen Wim en Joost de Buurman & Buurman-kaarten die ze bij zich hebben voor Jade, Juul en Belle; de kleinkinderen van Joost. Ook voor de politie van Sadská hebben ze een mooie Buurman & Buurman meegenomen met het opschrift A je to (voor mekaar). Als ze in Praag arriveren nemen ze afscheid van de aardige reisgenoten en gaan op zoek naar een bagagekluis om alle tassen op te bergen.

Wim en Joost kopen een retourtje Sadská en een dagkaart voor de fietsen. Tijdens de twintig minuten wachttijd eten ze ondertussen een broodje. In Sadská aangekomen zijn we al snel op het politiebureau, maar helaas is het lunchtijd en moeten ze drie kwartier wachten. Wim en Joost treffen dezelfde agente die hen de vorige keer ook geholpen heeft en ze vervullen alle plichtplegingen die bij de teruggave van de fietsen horen, waaronder zes keer een formulier tekenen.

Nu alle formaliteiten achter de rug zijn is het tijd om de geschenken uit te ruilen. De broers krijgen twee fietsen, de Tsjechen twee pakjes stroopwafels en een bedankkaart. A Je To.

Wat onwennig rijden Wim en Joost naar het station, waar ze na twintig minuten kunnen vertrekken naar Praag. Daar aangekomen bepakken ze de fietsen, pinnen er nog wat Tsjechische kronen bij en kopen snel een kaartje naar Ceske Velenice, een plaatsje op de grens met Oostenrijk. Alsof de duivel er mee speelt, moeten ze weer op het verste perron zijn en tot overmaat van ramp ook nog de fietsen met bepakking tegen een trap op sjouwen.

Als ze boven zijn, is het perron leeg! Vette pech, ze moeten twee uur wachten. Wim en Joost tellen hun zegeningen en hun Tsjechische kronen, en komen niet verder dan een flesje mineraalwater en vier rozijnenkoeken. Twee uur later dan verwacht melden ze zich bij de vrouwelijke conducteur omdat ze voor de fietsen gereserveerd hebben.

De fietsen moeten in een bagageruim dat gedurende de reis wordt afgesloten. Alle bagage moet eraf en moeten ze meenemen naar de coupé. Met wat zieligheid en charme vermurwen de broers de goedlachse conducteur en laten de bagage bij de fietsen. Na twee uur treinen moeten ze overstappen en werkt de conducteur vlot hun spullen naar buiten (een metertje lager). Wim en Joost krijgen nog een gulle lach van haar en zij krijgt een paar klompjes.

De laatste anderhalf uur reizen ze in een boemeltreintje dat op ieder station van geen betekenis stopte. Het waren er maar vijftien! Het is al donker als ze in Ceske Velenice arriveren. Met behulp van een vriendelijke Oostenrijker vinden ze een hotelletje waar ze een kamer krijgen die zo groot is dat hij tevens dienst kan en mag doen als fietsenstalling.

De broers nemen geen enkel risico meer

De broers nemen geen enkel risico meer

De hotelhoudster is een aardige en behulpzame Vietnamese mevrouw, waar ze ter afsluiting van de dag nog gezellig een biertje drinken. Na het biertje zijn de broers het spoor bijster en gaan lekker slapen.

Dit bericht is geplaatst in Duitsland 2013, Nederland 2013, Praag 2013, Tsjechië 2013. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *